Rouwen met compassie

Vooral na het volgen van de opleiding Massage bij kanker en mijn werk bij het inloophuis kwam ik meer in aanraking met rouw en verlies. Niet alleen na overlijden maar ook na bijvoorbeeld het verlies van je gezondheid, je werk, het vertrouwen in je eigen lichaam en het verlies van dierbaren die niet met je verder kunnen doordat je ziek bent of iemand bent verloren.
Ik hoor wel van cliënten dat ze rouwen zo’n “hoofd”zaak vinden. Terwijl het lichaam mee rouwt en huilt. Pijn doet. Als je bedenkt dat het knuffelen en wiegen van een baby zo belangrijk is voor veilige gehechtheid en deze veilige gehechtheid kan bijdragen aan een gezond rouwproces, vind ik het prachtig om datzelfde lijfelijke contact in te zetten bij een al dan niet verstoord rouwproces. Het voelen, de taal van het lichaam, de voelbare nabijheid en het leggen van de vinger (handen) op de zere plek maken een contact tussen de binnen- en de buitenwereld. Een veilige, warme bedding creëren waarbij de cliënt mag voelen en emoties mag laten zien. Via het lichaam weer vertrouwen krijgen, bevroren gevoelens te laten smelten, met onze handen als getuigen van de verzachting.

Al jong kwam ik in aanraking met rouw en verdriet. Het overlijden van mijn 23-jarige schoonzusje op heeft diepe indruk op mij gemaakt. Dat ook een leeftijdsgenoot ziek kan worden en dood kan gaan vond ik schokkend. Na het overlijden van mijn moeder op mijn 29ste zijn er veel dingen voor mij veranderd. Door rouw en therapie vond ik meerdere lagen in mezelf, ik vond een kracht die ik daarvoor niet heb ervaren. En met die kracht stond daar een Annemarie die minder onzeker was, meer rechtop stond en het leven aandurfde. In die zekerheid vond ik compassie en vergeving naar mezelf. En vanuit die vergeving ontstond groei en liefde voor het leven. Ik koos voor mezelf. Een gezin. Een mooie opleiding, die nog meer verdieping en heling gaf. Een ommekeer een mijn leven.

Vanuit die compassie en vergeving naar mezelf toe ontstond als vanzelf de compassie naar de ander. Waar pijn is wil ik blijkbaar zijn, zo voelt het. Luisteren, voelen en zien wat nodig is. Ik vind het mooi, het voelt goed en daar wil ik zijn. Ik wil graag meevoelen, niet meelijden. Je mag zijn wie je bent en daarin op jezelf vertrouwen. Dat ik aan de zijlijn mag staan om ondersteuning te bieden ervaar ik als een voorrecht.